Carmen

Social media vergroten de informatiestroom, maar vernauwen de ruimte voor dialoog

Thomas Dermine is econoom, ondernemer en lid van de Vrijdaggroep. Dit artikel verscheen ook op knack.be op 19 augustus 2016.

Sociale netwerken zijn fantastische instrumenten, en de Belgen doen ze alle eer aan: 9 op de 10 Belgische internetgebruikers heeft vandaag de dag een profiel op een sociaal netwerk. Het grootste netwerk, Facebook, telt in België meer dan 6 miljoen accounts. Meer dan één Belg op twee zit dus op Facebook. Sociale netwerken stellen ons in staat om allerhande ‘content’ met elkaar te delen: we posten vakantiefilmpjes, foto’s van kitten of het buurtfeest, maar ventileren er ook onze politieke mening. Volgens een recente studie van Facebook is 10 % van de gedeelde content politiek van aard. Sociale netwerken zouden dus kunnen bijdragen tot een beter geïnformeerde publieke opinie. Elk van ons kan zich namelijk voor zijn abonnees of ‘vrienden’ tot een minihoofdredacteur vanzijn eigen politieke opvattingen ontpoppen. Toch houden sociale netwerken ook heel wat belangrijke risico’s in voor de kwaliteit van ons democratisch debat.

Onze ‘vrienden’ op sociale netwerken zijn namelijk veel sneller dan volslagen onbekenden geneigd om onze politieke en ideologische inzichten a priori te delen. Volgens de studiedienst van Facebook heeft gemiddeld slechts 23 % van onze ‘vrienden’ ideologische opvattingen die tegen de onze indruisen, terwijl minder dan 30 % van de politieke content waarmee we op onze Facebook-tijdlijn worden geconfronteerd, onze eigen mening in vraag stelt. Sociale netwerken hebben dus veeleer een versterkend effect op de eigen ideeën, waardoor de publieke opinie gepolariseerd raakt. Iedereen sluit zich op binnen zijn eigen zekerheden, en de breuklijnen die de samenleving verdelen, worden dieper. Een Open VLD-kiezer die overtuigd is van het nut van de taxshift wordt op sociale netwerken haast uitsluitend geconfronteerd met mensen die zijn mening nog versterken. Een sp.a-kiezer zal bij zijn ‘vrienden’ daarentegen sneller argumenten vinden die zijn kritiek op de federale regering voeden.

Deze fenomenen hebben altijd bestaan. Vrienden discussieerden vroeger ook bij pot en pint over politiek, en kranten zijn nooit helemaal politiek neutraal geweest. De sociale netwerken hebben het fenomeen echter in aanzienlijke mate uitgebreid. Sociale netwerken zijn met andere woorden echt wel fantastische tools die een veel grotere informatiestroom mogelijk maken, maar paradoxaal genoeg dreigen ze de ruimte voor dialoog te verkleinen, zwart-witopvattingen over de wereld in de hand te werken en de confrontatie tussen de politieke families en ideologieën verder op de spits te drijven.

Van Trump over de revival van het Europees nationalisme tot de Brexit: met lede ogen zien we aan hoe de publieke opinies binnen de westerse democratieën alsmaar sterker gepolariseerd raken. Een recente studie van Stanford University toont op basis van een semantische analyse duidelijk aan dat het discours in het Amerikaanse Congres sterker door de partijpolitiek wordt beheerst, en dat de retorische en beleidsmatige clash tussen het Republikeinse en het Democratische blok de voorbije jaren is verhevigd. Het bestaan van een versterkend effect onder invloed van de sociale netwerken vormt een nieuwe insteek om deze recente fenomenen op het vlak van de diepgaande verdeeldheid van de publieke opinie beter te begrijpen, aldus de studie. Erger is dat ditzelfde mechanisme deels ook de ruimere en snellere verspreiding van fenomenen als radicalisering verklaart die in bepaalde godsdienstige en politieke gemeenschappen worden waargenomen.

Maar de sociale netwerken zijn niet de enige verantwoordelijken voor het versterkingseffect op het internet. Alle grote internetactoren, zoals Google en Amazon, beschikken over krachtige algoritmen die onze persoonlijke gegevens analyseren om de content die op het internet aanwezig is, te filteren en enkel deze te tonen die we willen zien, d.w.z. die we sneller zullen aanklikken, liken, delen of kopen. Amazon, bijvoorbeeld, is uitermate bedreven in de kunst om ons boeken aan te bevelen op basis van wat wijzelf en onze vrienden eerder hebben gelezen. Google stemt de resultaten van zijn zoekmachine af in functie van onze affiniteiten en onze eerdere zoekopdrachten.

Internet is het meest fantastische kennisreservoir dat de mensheid ooit wist te bouwen. Het risico is echter reëel dat de sociale netwerken en de gepersonaliseerde algoritmen van de internetgiganten ons slechts een pover afkooksel hiervan tonen terwijl ze opvattingen die we liever niet horen, voor ons verborgen houden. Het is dan ook van cruciaal belang dat we werk maken van meer transparantie en diversiteit in de algoritmen. Net zoals Amazon, Google of Facebook content selecteren die we gaan liken, zouden hun algoritmen ons ook alternatieven kunnen tonen die onze diepste ideologische overtuigingen in vraag kunnen stellen. De sociale netwerken zouden bijvoorbeeld een optie kunnen aanbieden die de gebruiker in staat stelt om suggesties te ontvangen voor content die niet bij voorbaat bij zijn overtuigingen aansluit; voor mensen die in een debat hun mening vormen op basis van alle informatie en bestaande opvattingen. Op korte termijn zouden de sociale netwerken hiermee misschien reclame-inkomsten kunnen mislopen. Anderzijds zouden ze hiermee nieuwe gebruikers kunnen aantrekken en hun geloofwaardigheid als informatiebron versterken. Alleen zo zullen het internet en de sociale media hun volledige potentieel kunnen inzetten om bij te dragen tot een gezonder en beter geïnformeerd democratisch debat.