Foto

Het Gewest als middelpunt van het heelal?

François Toussaint is ondernemer en lid van de Vrijdaggroep. Dit artikel verscheen op Knack.be op 29 juli 2016.

Toen Nicolaas Copernicus in de 16de eeuw aantoonde de aarde niet het middelpunt van het heelal was, werd kritiek zijn deel. Pas op het einde van de renaissance liet men het geocentrisme varen. De relativering van het mens-zijn deed zijn intrede en opende nieuwe wegen voor het wetenschappelijk onderzoek. De mens werd zich ervan bewust dat hij niet uniek was, niet het middelpunt van de kosmos. Dat besef gaf de drang naar vooruitgang een geweldige impuls.

Sinds het eind van de jaren '70 onderging ons land een aantal staatshervormingen. Op enkele uitzonderingen na is het regionalisme het alfa en omega van de Belgische politiek geworden. Soms als een wondermiddel aangeprezen, dan weer gepromoot om ons embryonale regionalisme aan te wakkeren, staatshervormingen voorafgegaan door communautair gekwebbel lijken het middelpunt van de Belgische politieke kosmos geworden.

Laten we trachten de toestand nuchter te bekijken. Ten eerste is ons land slechts een stipje in de wereld. We hebben veel talenten en zijn daar trots op, maar we blijven klein. In een wereld met zeven en een half miljard mensen, van wie driekwart in Azië en Afrika leven, kan Europa nog altijd een grote rol spelen, op voorwaarde dat het zich hervormt. België is een staatje in een continent dat zelf vaart verliest. De wereld kent ons bijna alleen als het land van bier, 'Brussels' en Tomorrowland.

Vervolgens zien we dat de regionalistische politieke reflexen en het ontbreken van een effectieve samenwerking tussen de machtsniveaus ons land verlammen en zijn vooruitgang in een reeks domeinen in de weg staan. De regionalisering kan in sommige opzichten nuttig lijken, maar is niet opgewassen tegen een reeks grote uitdagingen (infrastructuur, mobiliteit, strijd tegen de klimaatverandering enz.). De regionalisering van de bevoegdheden, uit politieke overwegingen of opportunisme, brengt beetje bij beetje het lokalisme aan de macht. Laten we hopen dat in de volgende verkiezingen sommige partijen de moed zullen opbrengen om een nieuwe organisatie van de bevoegdheden met betere samenwerkingsmechanismen voor te stellen. Er moet hoe dan ook een debat komen over de keuze van ons model. De schepping van een echte federale kieskring is eveneens een onderdeel van de oplossing: ze zal de politici dwingen om meer blijk te geven van verantwoordelijkheidszin in hun verkiezingsuitspraken.

Welke gewestelijke verkozene durft vandaag maatregelen te nemen in het belang van alle Belgische burgers? Welke politicus waagt het om zich door de goede praktijken van een ander gewest te laten inspireren? Het gevaar bestaat dat onze politici zich niet langer door een efficiënt overheidsbeleid voor zoveel mogelijk mensen laten leiden, maar door een steriele regionale retoriek. Ten slotte mogen we niet denken dat alleen een hervorming van de bevoegdheden oplossingen kan brengen. Het politieke DNA moet veranderen. De instellingen zijn machtige instrumenten in de handen van de verkozenen. Ondanks al hun gebreken moeten ze in een constructieve dynamiek worden benut, een dynamiek van dialoog en compromis. Het wordt tijd dat onze verkozenen, zoals in de jaren 60-70, elkaar weer meer ontmoeten en elkaar leren kennen rond een goede tafel. De grootste compromissen van de Belgische geschiedenis zijn na een lekkere maaltijd geboren. Maar onze politici aan weerszijden van de taalgrens praten niet meer met elkaar. Ze sturen elkaar brieven en bestoken elkaar in de media met kruisraketten, over de hoofden van de burgers heen.

Net zoals Copernicus het wereldbeeld van Aristoteles met de mens in het epicentrum ontkrachtte, zo moet onze politieke klasse nu een nieuwe Belgische geest voortbrengen, met (sur)realisme, creativiteit en ambitie. Want net zoals de aarde 500 jaar geleden al rond de zon draaide, gaat de wereld vandaag verder, met of zonder België.

Veel waarnemers denken de richting waarin de Belgische geschiedenis zal evolueren al te kennen. De gewesten zullen aan belang winnen en het federale niveau zal net genoeg kruimels krijgen om geen gezichtsverlies te lijden. Maar het is lang niet zeker dat de jonge generaties, die meer openstaan voor verandering en voor de wereld, willen leven in het land dat zij nu zien ontstaan. Een land waar symbolen belangrijker zijn dan een goede publieke dienstverlening.

Het is niet waar dat het huidige België niet werkt. Het is evenmin waar dat ons land een moderne, efficiënte democratie is. Vergeleken met de rest van de wereld leven wij in een buitengewoon bevoorrecht land met een massa kansen. Laten we ze niet verknoeien door ons in onze gewestjes op te sluiten, in naam van een vals gevoel dat de geschiedenis al zou geschreven zijn.